Zoveel mag je in 2026 belastingvrij sparen en deze dag is bepalend
In dit artikel:
Per 1 januari 2026 verandert het heffingsvrije vermogen in box 3: het peilmoment voor je vermogen is die datum en de wijziging is van invloed op de aangifte die je in 2027 doet. Belanghebbenden: alle Nederlandse belastingplichtigen met privévermogen in box 3 (spaargeld, beleggingen, contant geld), waarbij fiscale partners gezamenlijk een dubbele vrijstelling hebben.
Belangrijke cijfers:
- Heffingsvrij vermogen 2026: €51.396 per persoon (€102.792 voor fiscaal partners).
- Ter vergelijking: in 2024 was dat nog €57.000 (€114.000) en in 2025 €57.684 (€115.638). Dit is dus een duidelijke verlaging voor 2026.
- Je betaalt alleen belasting over het deel van je vermogen boven die grens. Voorbeeld: heb je op 1-1-2026 €100.000 en geen partner, dan is €51.396 vrijgesteld; over de overige €48.604 geldt belasting op het fictieve rendement (het tarief van de heffing komt neer op circa 36% over dat rendement).
Werking en regels:
- Box 3 rekent met een fictief rendement, waarbij vermogen is verdeeld in drie categorieën: banktegoeden (spaargeld, deposito, contant geld), overige bezittingen en schulden. Voor elke categorie geldt een forfaitair rendement waarop de belasting wordt berekend.
- Er blijft een tegenbewijsregeling: als je kunt aantonen dat je werkelijke rendement lager is dan het forfait, kun je een lagere heffing krijgen.
- Privévermogen hoort in box 3; vermogen dat deel uitmaakt van een onderneming valt onder box 1 en wordt anders beoordeeld.
- Contant geld in huis moet je ook meerekenen in box 3 zodra het boven een kleine drempel uitkomt (de actuele maximale vrijstelling ligt nu nog onder €1.000; voor 2026 is het precieze bedrag nog niet bekend maar verwacht geen grote verandering).
Praktische tip: omdat het peilmoment 1 januari 2026 is, kan het lonen om vóór die datum je vermogenspositie te bekijken en (indien mogelijk en verstandig) aanpassingen te overwegen. De artikelbron vermeldt geen concrete reden voor de verlaging; het blijft een feit dat meer vermogen eerder belast wordt dan in voorgaande jaren.