Zo oud is de gemiddelde kiezer in 2025, en dat is slecht nieuws
In dit artikel:
De Tweede Kamerverkiezingen van 2025 vinden komende woensdag plaats in een Nederland waarvan de gemiddelde kiezer duidelijk ouder is geworden. Volgens CBS-cijfers (kiesgerechtigde bevolking, peildatum 1 aug. 2025) is de gemiddelde stemgerechtigde nu 51,1 jaar; tien jaar geleden was dat 49,5 en twee decennia geleden nog ruim vier jaar jonger. Waar in 1995 een derde van de kiezers 18–35 jaar was, is dat in 2025 gedaald tot ongeveer een kwart; meer dan de helft van het electoraat is nu 50+. Doorgetrokken naar 2035 neemt vooral de groep 65+ sterk toe en krimpt de groep 35–50 jaar verder.
Die vergrijzing van het electoraat heeft politieke gevolgen. Partijen kunnen hun programma’s steeds meer op oudere kiezers afstemmen, wat ten koste kan gaan van thema’s die jongeren zwaarder wegen—zoals betaalbaar wonen, arbeidsmarktvernieuwing, mentale gezondheidszorg en klimaatbeleid. Oudere kiezers stemmen gemiddeld behoudender en hebben vaker vaste voorkeuren, wat nieuwe partijen of frisse ideeën moeilijker kan maken. Als jongeren structureel ondervertegenwoordigd raken, kan dat leiden tot afnemende betrokkenheid, minder instroom van jong politiek talent en mogelijk minder vertrouwen in het democratische proces.
Tegelijkertijd is de situatie niet eenduidig negatief: veel ouderen voelen betrokken bij het welzijn van jongere generaties en ondersteunen soms juist beleid dat jongeren helpt (woningmarkt, klimaat). Belangrijk is daarom bewustzijn en actie: jongeren moeten blijven deelnemen aan politiek en verkiezingen om invloed te houden, en partijen zouden bij hun keuzes het algemeen belang en de lange termijn niet uit het oog moeten verliezen. De CBS-data onderstrepen dat demografische verschuivingen het stemmen veranderen, maar niet automatisch bepalen welke koers het land vaart.