Waarom Nederland steeds meer miljonairs telt en wat dat zegt over onze rijkdom
In dit artikel:
Begin 2024 telde Nederland volgens het CBS 452.000 huishoudens met een vermogen van minstens één miljoen euro — het tiende achtereenvolgende jaar van groei. Ten jaar eerder waren dat er 168.000; in een decennium is het aantal bijna verdrievoudigd. Het gemiddelde vermogen van een Nederlandse miljonair ligt nu rond de 1,6 miljoen euro, maar dat is meestal niet als contant geld beschikbaar: veel vermogen zit vast in woningen, aandelen en ondernemingskapitaal.
Huizenprijzen spelen een grote rol in deze stijging. Door aanhoudende waardestijging van vastgoed schuift een ruime woning in steden als Amsterdam, Utrecht of Haarlem snel richting de miljoenengrens, ook zonder uitgebreide beleggingsportefeuille. In absolute aantallen heeft Amsterdam de meeste miljonairs (ongeveer 30.700) en gezamenlijk vertegenwoordigen zij ruim 100 miljard euro aan vermogen. Relatief gezien zijn kleinere, dure gemeenten als Bloemendaal en Laren echter koplopers: daar is ongeveer één op de drie huishoudens miljonair. Ook Blaricum, Heemstede en Wassenaar scoren hoog.
Internationale instroom versterkt de trend. Buitenlandse investeerders, expats en managers uit de tech- en financiële sector kiezen Nederland voor zijn fiscale aantrekkelijkheid, stabiele economie en levendige start-upwereld, wat in steden als Amsterdam, Amstelveen en Den Haag bijdraagt aan groei van het aantal miljonairs. Tegelijkertijd verschuift rijkdom meer naar ondernemerschap en beleggingen; miljonairs halen een groter deel van hun vermogen uit zakelijke en financiële bronnen, terwijl niet-miljonairs vooral vermogen in woningen hebben.
De groeiende concentratie van rijkdom heeft keerzijden: de kloof tussen rijk en arm wordt groter en voor veel Nederlanders wordt het lastiger een huis te kopen of vermogen op te bouwen. Opvallend is ook de vergrijzing onder miljonairs: ongeveer 40 procent leeft van pensioeninkomen, terwijl iets meer dan de helft van de werkende miljonairs zelfstandig ondernemer is (al daalt dat aandeel geleidelijk). Regionaal blijft de ongelijkheid scherp — waar in Bloemendaal en Laren veel voordeuren “goud waard” zijn, zijn gemeenten als Brunssum, Heerlen en Kerkrade nog vrijwel zonder noemenswaardig vermogen — een ontwikkeling die vragen oproept over betaalbaarheid, solidariteit en toekomstperspectief.