Veel huiseigenaren hebben hypotheekrenteaftrek helemaal niet nodig, blijkt uit onderzoek

In dit artikel:

De hypotheekrenteaftrek, oorspronkelijk bedoeld om eigenwoningbezit te stimuleren, staat in Nederland steeds meer ter discussie. Nieuw onderzoek van ABN AMRO toont aan dat de regeling inmiddels voor de meeste huiseigenaren overbodig is: slechts 29% laat de aftrek maandelijks uitbetalen, wat erop wijst dat veel huishoudens zonder dat fiscale voordeel kunnen rondkomen. Tegelijk kost de regeling de overheid jaarlijks ruim 11 miljard euro en draagt ze volgens critici bij aan hogere huizenprijzen.

Politiek is er weinig consensus. GroenLinks-PvdA, D66 en CDA pleiten voor een geleidelijke afbouw, terwijl VVD, PVV en BBB vasthouden aan de aftrek — de VVD noemt die zelfs belangrijk voor rust op de woningmarkt. ABN AMRO waarschuwt dat een plotselinge afschaffing tot prijsdalingen kan leiden en sommige huishoudens tijdelijk in de problemen kan brengen. Daarom adviseert de bank een gefaseerde afbouw over tien tot vijftien jaar, waarbij loonstijgingen met inflatie meewegen om de overgang te verzachten.

Voor veel huiseigenaren betekent het schrappen van de aftrek een hogere maandelijkse last, maar volgens de bank zijn de meeste huishoudens in staat die extra kosten te dragen. Een geleidelijke afschaffing zou daarnaast de markt kunnen “resetten”: dalende of minder hard stijgende huizenprijzen zouden toekomstige kopers kunnen helpen en de artificiële prijsopdrijvende werking van de aftrek verminderen.

Kortom: de hypotheekrenteaftrek is na decennia een duur instrument geworden dat politieke en financiële belangen scherp tegen elkaar zet. Belangrijke keuzes liggen bij Den Haag: direct behouden, abrupt schrappen, of langzaam afbouwen met maatregelen om kwetsbare groepen te beschermen.