Vastgoed-investeren in Dubai of Spanje: rendement en verschillen
In dit artikel:
Veel Nederlanders stoppen vermogen in buitenlands vastgoed, met name in Dubai en Spanje. Beide markten bieden kansen, maar verschillen sterk in rendement, regelgeving en risico’s.
Wat en waar
- Dubai: een aantrekkingskracht voor internationale beleggers dankzij snelle economische groei, veel expats en sectoren zoals technologie en toerisme. Bruto huurrendementen worden vaak benoemd tussen 5 en 9 procent. Er zijn geen jaarlijkse onroerendgoedbelastingen of vermogenswinstbelasting, wat de netto-opbrengst kan verhogen.
- Spanje (vooral de costa’s en regio Barcelona): populair onder Nederlanders en pensionado’s; goede bereikbaarheid binnen Europa en een aantrekkelijk mediterraan leefklimaat. De vastgoedmarkt is herstellende na corona; huizenprijzen stegen 9,8% in het tweede kwartaal van 2025 ten opzichte van een jaar eerder.
Risico’s en nadelen
- Dubai: kwetsbaar voor geopolitieke spanningen, afhankelijkheid van olieprijzen, mogelijke oververhitting en in sommige delen lage bezettingsgraden. De afstand en verschillen in lokale wet- en regelgeving vergroten complexiteit voor buitenlandse beleggers.
- Spanje: belastingen zoals de onroerendgoedbelasting (IBI) en vermogenswinstbelasting (tot circa 26%) drukken rendementen. Verhuur aan toeristen staat onder druk door strengere regelgeving in sommige steden, wat onzekerheid geeft over toekomstige verhuuropbrengsten.
Belangrijkste vergelijking en advies
Dubai biedt op papier hogere rendementen en een gunstiger fiscaal klimaat; Spanje scoort op leefkwaliteit, toegankelijkheid en een vertrouwd EU-kader. Welke markt beter is, hangt af van je doel (kort- vs. langetermijnhuur, rendement vs. gebruik), risicobereidheid en praktische zaken zoals beheer, financiering, lokale regels en belastingverrekening met Nederland. Doe altijd gedegen due diligence en raadpleeg fiscale en juridische adviseurs voordat je een aankoop in het buitenland doet.