Nederland koploper pesticiden in Europa: hierop zit het meeste gif
In dit artikel:
Officiële FAOSTAT-cijfers laten zien dat Nederland anno 2025 per hectare landbouwgrond verreweg het meeste pesticiden inzet binnen Europa: 10,9 kg per hectare, bijna dubbel zoveel als buurland België (6,42 kg/ha). Wereldwijd staat Nederland relatief op plek 17; koplopers in absolute termen zijn kleine landbouwlanden als Brunei en landen waar middelen zijn toegestaan die in Nederland verboden zijn, zoals Costa Rica, Israël, Zuid‑Korea en Japan.
De belangrijkste verklaring voor het Nederlandse topgebruik is de sierteelt. Acht van de tien gewassen met de hoogste toepassing zijn siergewassen. Lelies spannen de kroon met extreem hoge toepassingen (113,7 kg/ha), gevolgd door chrysanten, rozen, tulpen en gerbera’s. Pas daarna komen gangbare landbouwproducten als pootaardappelen en fruit (appels, peren). Omdat sommige gebruikte stoffen neurotoxisch kunnen zijn en mogelijk in verband worden gebracht met ziekten als Parkinson of ALS, roept dit gezondheidsvragen op — onderzoekers noemen meestal “mogelijk” omdat hard causaal bewijs vaak ontbreekt en middelen daardoor legaal blijven.
Daarnaast is er een opvallend fiscaal element: bloemen en planten vallen nog altijd onder het verlaagde btw-tarief van 9 procent, een uitzondering uit 1975 bedoeld om bloemen betaalbaar te houden. Kritici vinden die regeling anachronistisch gezien de milieuschade en gezondheidsrisico’s van de gebruikte bestrijdingsmiddelen en pleiten ervoor het tarief te normaliseren.
Praktische waarschuwing in het stuk: wonen pal naast intensief behandelde lelievelden is geen goed idee vanwege de hoge toepassing van bestrijdingsmiddelen. Politiek staat verandering niet bovenaan: het demissionaire kabinet debatteert meer over btw‑verhogingen op gezondheidsbevorderende diensten dan over het terugdringen van fiscale voordelen voor de sierteelt.
Kortom: Nederland is in Europa koploper in pesticidengebruik, vooral door de intensieve sierteelt; dat heeft milieu‑ en potentiële gezondheidsconsequenties, terwijl fiscale prikkels die sector blijven steunen.