Het verschil in modaal, gemiddeld én mediaan inkomen in ons land
In dit artikel:
In Nederland circuleren drie manieren om te zeggen wat “de gemiddelde Nederlander” verdient: het modale inkomen (gebruikt door het CPB), het gemiddelde en de mediaan (veel toegepast door het CBS). Het CPB vormt het modale inkomen op basis van cao-loongegevens en berekeningen die uitkomen op een herkenbaar jaarsalaris voor “Jan Modaal”. Het CBS publiceert zowel het gemiddelde als de mediaan uit uitgebreide administratieve bronnen en enquêtes; bij de meest recente beschikbare data (2024) zit het CBS-gemiddelde ruim boven de mediaan (ongeveer 25% hoger).
Een onafhankelijkere kijk komt van de Loonindex van Van Spaendonck, die elk kwartaal inkomsten analyseert aan de hand van ruim een miljoen loonstroken van 145.000 mkb-bedrijven. Hun cijfers (2025) tonen ook een hoger gemiddelde dan mediaan, maar het verschil is kleiner (circa 15%) dan bij het CBS. De verklaring ligt vooral in de samenstelling van de steekproeven: het CBS omvat alle Nederlanders (fulltimers, deeltijders, zelfstandigen, uitkeringsgerechtigden en beleggers), wat de inkomensspreiding vergroot en het gemiddelde opdrijft door enkele extreem hoge inkomens. Van Spaendonck kijkt specifiek naar werknemers in het mkb, een homogener groep zonder zulke uitschieters.
Kortom: welk cijfer “het beste” beeld geeft, hangt af van de vraag en de doelgroep. Voor een beeld van de doorsnee-inkomens is de mediaan het meest robuust tegen uitschieters; voor beleids- en budgettaire referenties gebruikt het CPB het modale inkomen dat dicht bij het gemiddelde ligt. Er bestaan daarnaast nog Europese rekenwijzen voor vergelijkingen tussen landen, die weer andere uitslagen kunnen geven.