Het prijsverschil tussen Flixtrein en NS op eerste gedeelde traject
In dit artikel:
De Duitse budgettreinuitbater Flix wil het Nederlandse spoor betreden en richt zich expliciet op het concurreren met de vaak dure NS. Afgelopen zomer haalde het bedrijf 2,4 miljard euro op en kocht 65 nieuwe Talgo-treinen (topsnelheid 240 km/uur) waarmee het trajectgoedkeuring in meerdere Europese landen verwacht, waaronder Nederland. Twee jaar geleden vroeg Flix (bij ACM en ProRail) toestemming om vanaf 2024 tweemaal per dag op de corridor Oberhausen–Arnhem–Utrecht–Amsterdam–Den Haag–Rotterdam te rijden; die aanvraag werd weliswaar goedgekeurd, maar grootschalige werkzaamheden en de eis dat Flix meerdere keren per uur NS-intercity’s voorrang moet geven, maakten uitrol destijds onmogelijk.
De druk op Nederland om meer spelers toe te laten groeit: de Europese Commissie is deze zomer een rechtszaak begonnen tegen de staat omdat NS veel belangrijke verbindingen onderhands kreeg toegewezen. Brussel ziet concurrentie als middel om dienstverlening en prijzen te verbeteren.
Manners vergeleek tarieven op overlappende routes. Op de verbinding Arnhem–Berlijn biedt Flix nu al een aanzienlijk goedkoper kaartje: ongeveer 38 procent minder dan NS International. De keerzijde is een langere reistijd (circa 6,5 uur versus 5,5 uur), vooral door een overstap in Duisburg; Flix zegt dat het prijs- en tijdsverschil kleiner wordt zodra het hele traject in één Flixtrein kan rijden. Flix bedient momenteel al verbindingen vanuit Venlo en Arnhem richting Keulen en Berlijn, met een regionale Nederlandse aansluiting op Duitse Flixtreinen.
Kortom: Flix heeft geld, materieel en ambitie om Nederlandse reizigers goedkopere opties te bieden, maar logistieke, infrastructurele en regulatoire hobbels bepalen wanneer en hoe scherp die concurrentie daadwerkelijk wordt.