Het modaal inkomen per land, Nederland moet meerdere erkennen
In dit artikel:
Nederland staat op de zesde plaats in Europa wat betreft het modale inkomen, blijkt uit Eurostat‑cijfers. Dat is hoger dan buurlanden als Duitsland en België, maar ver verwijderd van koploper Luxemburg. Eurostat rapporteert hier het mediane besteedbare inkomen — dus wat mensen overhouden na belastingen en toeslagen — waardoor de uitkomst lager ligt dan het vaak geciteerde Nederlandse modale bedrag van ongeveer €46.000 dat het CPB gebruikt (dat is vóór belastingen en premies).
Luxemburg voert de lijst aan met bijna €51.000 per jaar, waarna Noorwegen op afstand volgt (ongeveer €10.000 minder) en Denemarken op de derde plek. Het verschil tussen nummer drie en de landen erachter is veel kleiner: Denemarken heeft maar een smalle voorsprong op landen als Oostenrijk, Ierland, Nederland en België. De rest van de top tien wordt aangevuld door landen als Finland, Duitsland en Zweden.
Nederlands positie weerspiegelt een relatief hoog besteedbaar inkomen: Jan Modaal verdient hier circa €8.000 meer dan het gemiddelde in de eurozone. Bovendien is het Nederlandse modale inkomen de afgelopen tien jaar flink gestegen; in 2015 stond Nederland nog buiten de top tien. Voor 2026 verwachten berekeningen dat het modale inkomen verder zal toenemen.
Enkele verklaringen achter de ranglijst zijn structureel van aard: kleine, rijke economieën en landen met hoge lonen (en in sommige gevallen grote aantallen grenswerkers of natuurlijke hulpbronnen) scoren bovenaan. Voor Nederland betekent de zesde plaats dat het besteedbare inkomensniveau goed is binnen Europees perspectief, maar dat er aanzienlijke verschillen blijven met koplopers als Luxemburg en Noorwegen.