Dit megabedrag betaal je voor de 'slechtste' tickets op het WK 2026
In dit artikel:
Het WK 2026 dreigt het traditionele volksfeest van voetbal definitief te veranderen in een duur, exclusief evenement. Voor wedstrijden in de Verenigde Staten, Mexico en Canada zijn de officiële tickettarieven sterk opgestuwd: een goedkoopste groepsticket kost rond de €86 (maar die zijn beperkt beschikbaar), de openingswedstrijd in Mexico-Stad begint bij ongeveer €482 en zitplaatsen in de beste categorieën lopen op tot ongeveer €2.354. De finale in MetLife Stadium (New York) start bij circa €1.890 en kan oplopen tot ongeveer €5.500; VIP‑hospitalitypakketten beginnen zelfs rond €14.220. Dat is in sommige gevallen tot tien keer duurder dan de prijzen tijdens het WK 2022 in Qatar, waar finaleplaatsen al vanaf ongeveer €177 te krijgen waren en duurste kaarten onder de €1.100 bleven. Tijdens Qatar waren er voor groepsduels nog kaartjes onder de €50 en betaalden lokale bewoners soms nauwelijks een tientje.
FIFA verklaart de stijging met inflatie, hogere organisatorische kosten en investeringen in ‘voetbalontwikkeling’, maar het belangrijkste mechanisme is prijsvorming naar vraag: een variabele prijsstrategie waarbij een algoritme tarieven verhoogt als de interesse toeneemt. Bovendien heft FIFA bij doorverkoop circa 15% commissie voor zowel verkoper als koper, waardoor de eindprijs verder stijgt. Al tijdens de eerste verkoopronde zagen sommige wedstrijden al flinke prijsstappen.
Dat de VS mede‑gastheer is speelt mee: het toernooi is het grootste ooit (48 landen, 16 steden) en wordt commercieel benaderd met marketing die meer aan de Super Bowl doet denken. Critici en sommige politici vrezen daarom dat het WK verandert in een evenement voor welgestelden; New Yorkse kandidaat‑burgemeester Zohran Mamdani waarschuwt dat hoge prijzen “uitsluiting” betekenen en stelt dat voetbal zonder fans geen voetbal is. Steeds vaker luidt de vraag niet wie de wereldtitel pakt, maar wie het zich nog kan veroorloven om erbij te zijn.