Dit krijg je netto in de bijstand, als enige die de koopkrachttrein mist

In dit artikel:

De koopkracht in Nederland is in 2024 gemiddeld met 3,6% gestegen — de grootste toename in ruim twintig jaar. Dit cijfer is een doorsneemaat: de helft van de huishoudens heeft een lagere stijging, de andere helft een even hoge of hogere verbetering. Wie er precies van profiteerde verschilt sterk per groep.

Werkenden zijn de grootste winnaars: ongeveer driekwart zag hun koopkracht gemiddeld met 5,4% toenemen. De belangrijkste oorzaak is een uitzonderlijk sterke cao-loonstijging (ongeveer 6,8%), die ruim boven de inflatie uitkwam. Zelfstandigen boekten ook vooruitgang, maar minder spectaculair: hun doorsneestijging bedroeg circa 3,1%. Voor zzp’ers werkte het effect deels in de hand dat eerder belastingvoordelen (zoals de zelfstandigenaftrek en aanpassingen in de mkb-winstvrijstelling) zijn veranderd; na een koopkrachtdip in 2023 maken zij in 2024 echter de grootste relatieve comeback.

Niet-werkende groepen zagen kleinere plussen. Gepensioneerden zagen hun koopkracht met ongeveer 1,8% stijgen, vooral dankzij hogere AOW en indexatie van pensioenen. De grootste achterblijvers zijn bijstandshuishoudens: hun koopkracht nam slechts 0,2% toe (tegen 2,3% het jaar ervoor), waarmee dit de enige groep is die er ten opzichte van 2023 niet duidelijk op vooruitging. De daling van de eenmalige energietoeslag speelde daarbij een belangrijke rol; verhogingen van minimumloon, bijstand en ruimere huur- en kindregelingen voorkwamen wel een nettoverlies.

Het Centraal Planbureau (CPB) kijkt niet alleen terug maar publiceert ook prognoses voor komende jaren (2025–2026). In het artikel worden daarnaast de vernieuwde maandbedragen voor de bijstandsuitkering in 2025 vermeld, als praktische toelichting voor wie wil weten wat dit concreet betekent.