Dit is het verhaal van de man die 14 keer de loterij won
In dit artikel:
De Roemeens-Australische econoom Stefan Mandel haalde in de jaren ’80 en ’90 de krantenkoppen door de loterij niet één keer maar veertien keer te winnen. Met een methode die hij “combinatoriële condensatie” noemde, rekende hij uit welke nummercombinaties samen de grootste kans gaven en liet hij die risico’s praktisch “afdichten” door massaal loten te kopen. Samen met een investeerdersgroep, het International Lotto Fund, kocht hij genoeg loten om een groot deel van de mogelijke combinaties af te dekken; dat leverde onder meer in 1992 een jackpot van 27 miljoen dollar op in Virginia, plus meerdere tweede prijzen en honderden kleinere uitkeringen.
Zijn werkwijze trok de aandacht van de autoriteiten, waaronder CIA en FBI, maar bleek niet rechtstreeks illegaal. Wel leidde het tot wetsaanpassingen in de VS en Australië: beperkingen op het massaal inkopen van loten en het gebruik van computers om combinaties te genereren. Ironisch genoeg liep Mandel financieel slecht af: drie jaar na de grote jackpot ging hij in 1995 failliet. Inmiddels leeft hij teruggetrokken op een eiland in Vanuatu.
Mandels verhaal illustreert dat wiskunde en organisatie de typische kijk op loterijen als puur toeval kunnen bijstellen, en riep tegelijk vragen op over eerlijkheid, wetgeving en de praktische grenzen van zulke strategieën.