Deze partijen laten je koopkracht het hardst stijgen, volgens CPB
In dit artikel:
Het Centraal Planbureau (CPB) heeft de economische effecten van de verkiezingsprogramma’s voor de Tweede Kamerverkiezingen 2025 doorberekend in het overzicht Keuzes in Kaart. Die doorrekening vergelijkt beleidsintenties van deelnemende partijen op lange termijn — vooral voor economische groei en koopkracht — en laat zien wat er gebeurt als programma’s volledig worden uitgevoerd. De analyse houdt uitvoeringsproblemen grotendeels buiten beschouwing en richt zich op effecten na de kabinetsperiode.
GroenLinks-PvdA en D66 komen volgens het CPB het beste uit de bus: beide leveren de sterkste stijging van economische groei en koopkracht ten opzichte van het basispad, met GroenLinks-PvdA als koploper. Het CPB noteert verder dat deze partijen ook de grootste toename van overheidsuitgaven voorzien, maar dat die uiteindelijk vergezeld gaat van hogere overheidsinkomsten. Andere grote partijen die hun programma’s lieten doorrekenen zijn onder meer VVD, NSC, BBB, CDA, SGP, ChristenUnie, Volt en JA21. PVV (Geert Wilders) liet zijn programma niet doorrekenen; ook SP en Partij voor de Dieren namen niet deel.
Belangrijke nuances: deelname aan de CPB-doorrekening is vrijwillig maar gebruikelijk bij grotere, gevestigde partijen; Keuzes in Kaart is geen kieswijzer maar een instrument om maatregelen onderling te vergelijken. De uitkomsten gelden als indicatie van beleidsintenties bij volledige uitvoering; in de praktijk zullen coalitieonderhandelingen en uitvoeringsproblemen de uiteindelijke effecten beïnvloeden.
Praktisch punt voor kiezers: de Tweede Kamerverkiezingen vinden plaats op 29 oktober 2025. De doorrekening biedt een toegankelijke manier om economische consequenties van programma’s te beoordelen voordat je gaat stemmen.