'Deze benzine kun je beter niet kopen', zegt tankstation-eigenaar
In dit artikel:
José Rodríguez de Arellano, eigenaar van het Spaanse tankstationconcern Plenergy, verklaarde recent aan El País dat ‘premium’ benzine in de kern hetzelfde product is als de gewone variant: ze komen volgens hem uit dezelfde opslagvaten. Het enige wezenlijke verschil zijn de additieven die leveranciers toevoegen en de marketing die hogere prijzen rechtvaardigt. Arellano noemt dat “mooie marketing” en suggereert dat eventuele verbeteringen vaak een placebo zijn — consumenten verwachten betere prestaties omdat ze meer betalen.
Plenergy is zelf een budgetmerk, wat context geeft bij zijn uitspraak: een producent van goedkopere brandstof heeft belang bij het relativeren van premiumclaims. Voor Nederland nuanceert het bericht: hier tanken we vooral E10 (Euro 95) of E5 (Euro 98). Het praktische onderscheid zit vooral in het ethanolgehalte en het octaangetal. Oudere auto’s of motoren die gevoelig zijn voor kloppen kunnen baat hebben bij Euro 98 vanwege minder of geen ethanol en een hoger octaangehalte, maar voor de meeste moderne auto’s levert de dure ‘premium’ in de praktijk geen merkbaar voordeel.
Kortom: betaal je bij de pomp extra voor premium benzine omdat je gelooft in betere prestaties, dan is dat vaak weggegooid geld — behalve in specifieke gevallen (oudere motoren, hoge compressie, of wanneer ethanolproblematiek speelt). Moderne motoren en boordcomputers corrigeren veel prestatieverschillen, dus goed kijken naar je auto en de brandstofspecificaties is belangrijker dan het premiumlabel.