Alleen in dit land stijgt huizenprijs nóg harder dan in Nederland

In dit artikel:

Eurostat — op basis van gegevens van nationale bureaus zoals het CBS — volgt sinds 2015 de ontwikkeling van huizenprijzen in Europa met onder meer de price-to-income ratio: de verhouding tussen woningprijzen en het gemiddelde huishoudinkomen. Deze index laat zien hoe betaalbaarheid verandert, niet alleen prijsstijgingen op zich.

Tussen 2015 en 2024 is de betaalbaarheid in Nederland sterk verslechterd: de price-to-income ratio steeg met ruim 28–29%, waarmee Nederland de op één na hardst getroffen lidstaat is. Alleen Portugal heeft een nog grotere verslechtering (~48%). Het Europese gemiddelde ligt veel lager, rond iets meer dan 5%.

De achtergronden verschillen per land. In Portugal droegen buitenlandse kopers, toerisme, krap aanbod en lage rente bij aan explosieve prijsstijgingen zonder vergelijkbare loonstijgingen. In veel andere landen — zoals België, Zweden, Frankrijk en Italië — daalde de index juist: huizen werden vaak wel duurder, maar inkomens stegen sneller, waardoor betaalbaarheid verbeterde.

Ook binnen Nederland bestaan grote regionale verschillen; in sommige gemeenten stegen huizenprijzen amper, elders juist fors. Algemene oorzaken voor verslechterde betaalbaarheid zijn structureel hoge vraag, aanbodtekort en historisch lage rentetarieven, die samen de druk op de woningmarkt opvoeren. Eurostat publiceert een volledig overzicht per Europees land en per gemeente voor nadere details.